Origineel artikel: The Journal of Clinical Investigation 2022, Published January 25, 2022.
Onderwerp?
Constante tinnitus en veranderde hersenactiviteit. Mensen met constante tinnitus kunnen worden geïdentificeerd door veranderde hersenactiviteit.
Een nieuw artikel gepubliceerd in The Journal of Clinical Investigation laat zien dat mensen met constante tinnitus andere testresultaten van de auditieve hersenstamrespons hebben dan mensen zonder tinnitus, of slechts af en toe oorsuizen.
Waarom?
Tinnitus is een heterogene aandoening en objectieve metingen die tinnitus kunnen onderscheiden naar subgroepen zouden niet alleen de classificatie van tinnituspatiënten optimaliseren, maar ook de beoordeling van therapeutische uitkomsten.
Momenteel wordt de aanwezigheid van tinnitus bevestigd door een zelf-rapportage van de persoon die het ervaart, en de impact en verbetering ervan gemeten door middel van vragenlijsten. Deze vragenlijsten hebben beperkingen. Als tinnitus kan worden opgespoord door veranderingen in hersenactiviteit, zou dit kunnen leiden tot de ontwikkeling van een betrouwbare objectieve maatstaf voor tinnitus. Met een dergelijke maatregel zouden toekomstige behandelingen nauwkeurig kunnen worden beoordeeld, wat leidt tot een effectievere behandeling van tinnitus, en uiteindelijk zou het ook kunnen bevestigen dat iemands tinnitus is ‘genezen’.
Wie?
Onderzoekers van het Karolinska Institutet in Zweden hadden toegang tot gegevens die waren verzameld door twee grote biobanken, de Swedish Longitudinal Occupational Survey of Health (SLOSH) en het Swedish Tinnitus Outreach Project (STOP). Voor het onderzoek zijn gegevens gebruikt van bijna 21.000 mensen.
Hoe?
Enquêtegegevens van SLOSH werden om de twee jaar verzameld (2008-2018), waardoor de onderzoekers in de loop van de tijd veranderingen in de tinnitus van mensen konden zien. Soortgelijke gegevens waren verzameld van de STOP-deelnemers, maar deze mensen hebben ook metingen van de auditieve hersenstamreacties (ABR auditory brainstem responses) ondergaan. ABR meet de activiteit van de hersenen als reactie op een specifieke reeks geluidsstimuli.
Resultaten
De onderzoekers ontdekten dat mensen met constante tinnitus duidelijke verschillen lieten zien in hun ABR-metingen in vergelijking met mensen zonder tinnitus of slechts incidentele tinnitus. Er waren geen verschillen tussen de resultaten van mensen zonder tinnitus en incidentele tinnitus. De onderzoekers hebben gesuggereerd dat constante tinnitus kan worden geclassificeerd als een afzonderlijk subtype (groepering binnen degenen die tinnitus ervaren). Uit de SLOSH-gegevens bleek dat mensen met incidentele tinnitus een verhoogd risico hebben om constant tinnitus te ontwikkelen, vooral als het vaak terugkeert. De studie toonde ook aan dat voor degenen die al constante tinnitus ervaren, de kans groot is dat het probleem aanhoudt.
Wat betekent dit voor mensen met tinnitus?
ABR-metingen kunnen mogelijk worden gebruikt om tinnitus te diagnosticeren en het subtype ervan te bepalen. Dit kan leiden tot meer op maat gemaakte behandelingen. Als de ABR-meting kenmerkend is voor incidentele tinnitus, kan dit geruststelling bieden en opnieuw meer op maat gemaakte behandelingen. Mensen met incidentele tinnitus moeten zich bewust zijn van de risico’s dat de aandoening constanter kan worden en passende voorzorgsmaatregelen nemen.
Wat gebeurt er nu?
Zoals altijd bij nieuw onderzoek, zal er meer onderzoek moeten worden gedaan om te zien of deze resultaten kunnen worden herhaald. De British Tinnitus Association heeft één van haar Large Research Grants toegekend aan een team van Macquarie University (Australië, Sydney) dat ook opnames van hersengolven onderzoekt met behulp van kunstmatige intelligentie om te zien of dit een objectieve maatstaf kan zijn. Met spanning wordt op de eerste resultaten van dit onderzoek gewacht. Er is ook meer onderzoek nodig om erachter te komen of ABR-metingen de effectiviteit van tinnitusbehandelingen kunnen beoordelen.
Deze studie werd ondersteund door het GENDER-Net Co-Plus Fund (GNP-182), de Horizon 2020 Grant No. 848261 (UNITI) en No. 722046 (ESIT) van de Europese Unie, maar de genderverschillen in man-vrouw verhoudingen worden niet in het paper uitgewerkt.